vrijdag 29 april 2011

Curaçao is 'in' bij reclamemakers en roddelpers

Curacao is aantrekkelijk voor de Nederlandse film en tv. Afgelopen week spendeerde Remia 100.000 euro om drie reclamespots op te nemen op Mambo Beach. Het BNer-strand van Curaçao.

Die prijs van een ton is overigens exclusief de gage van Gerard Joling die zijn hoofd en naam aan de sausengigant heeft verbonden, én de vijftien-koppige Nederlandse crew die voor vier volle dagen waren overgevolgen. Aan Curacaose kant waren er vijfentwintig crewleden en zestig figuranten aangenomen. In total leverden deze drie reclamespots van elk dertig seconden ruim driehonderd arbeidsdagen op voor Curaçao.

Reden voor de meeste reclamemakers (waaronder Heineken, KLM, Ola, Coca Cola, Amstel) om op Curaçao te komen filmen is de immer aanwezige zon en de goedkope Antilliaanse gulden.
Volgens onze eigen 'Joop van den Ende', filmproducer Michel Drenthe kan het nog goedkoper als de Curaçaose overheid een keer meehelpt, door bijvoorbeeld de douaneprocedures te versimpelen.

De Curaçaose filmmarkt is namelijk toch nog iets te klein om bijvoorbeeld grote lichtinstallaties op voorraad te hebben.
En dat moest in dit geval voor Joling en de zijnen vanuit Amerika ingevlogen worden ,want het was het hele weekend bewolkt. De zon is er namelijk in tegenstelling tot wat iedereen denkt, ook weleens niet op ons mooie eiland.

Gerard Joling gebruikte zijn verblijf op Curaçao overigens niet alleen om Remia sausjes aan te prijzen, maar bovenal om de roddelbladen in Nederland te halen. Artiesten zorgen voor hun eigen content en media zoals RTL Boulevard 'belonen' de artiest met minutenlange promotie.

Joling ontsnapte namelijk op het nippertje aan een wisse dood. De artiest was afgedreven met zijn Remia luchtbed en werd – godzijdank – op tijd gered door de Curaçaose reddingmaatschappij CITRO.

Wat de kijker niet wist, was dat alles in scene was gezet en door de eigen crew vervolgens gefilmd werd. Ik werd door de productiemaatschappij van Joling zelf gebeld, met de vraag of ik het geintje via een persbericht de wereld in wilde slingeren.....

Ook zonder mij heeft het zijn weg gevonden.

Dionne Pool in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (4'16")

vrijdag 22 april 2011

Indiërs protesteren op Curaçao

Consternatie op Curaçao. Een groep Indiers is afgelopen week in Willemstad de straat opgegaan na de dood van een landgenoot. Hij bleek de hand aan zichzelf te hebben geslagen.
De protesterende groep Indiers stelden onder andere hun barre werkomstandigheden aan de kaak en de slechte betaling die zij ontvangen.

De groep kwam gisteravond eerst bijeen bij een Indiase tempel en verzamelde zich daarna bij de winkel waar hun landgenoot had gewerkt. En Daar werden kaarsjes aangestoken ter nagedachtenis.

De man heeft voor zijn dood een afscheidsbrief geschreven en daarin bekende hij dat hij zijn werkgever bestolen had én dat dit was ontdekt. Maar in diezelfde brief zou ook staan dat hij als een moderne slaaf behandeld werd, en dat ze hem terug wilden sturen naar India.

De man was niet de enige in een dergelijke situatie, zo bleek gisteravond bij het protest. Het was voor het eerst op Curaçao dat een groep Indiërs openlijk uiting gaf aan hun beroerde omstandigheden. Zevendaagse werkweken, voor 380 euro per maand of zelfs veel minder. Dagen van tien of elf uur per dag, zonder betaling van overuren. Slechte, ronduit belabberde huisvesting. Het lijkt cliché, maar ook Curacao kent het fenomeen uitbuiting dus blijkbaar.

Uit een rapport, dat in 2009 is gepubliceerd na onderzoek van de Vreemdelingenketen, blijkt dat er tussen 2003 en 2007 (in een tijdspanne van 4,5 jaar) ruim 2000 (2185) Indiërs naar Curaçao zijn gekomen. Als je een ranglijst zou maken, komen ze met stip op 8 binnen.(Colombia is nr 1 met 13000).

Vaak worden de Indiërs als manager van een winkel met Indiase eigenaren aangesteld. Over de omstandigheden en voorwaarden waaronder ze naar Curaçao zijn gekomen, wordt alleen maar gespeculeerd. Hoe groot het illegale circuit is, weet men niet.

Mensenhandel is een zorg op Curaçao. Er bestaat zelfs een speciaal telefoonnummer waar tips doorgegeven kunnen worden. Vaak heeft mensenhandel op Curaçao te maken met prostitutie. Vrouwenhandel.
In het verleden zijn enkele zaken van mensenhandel voor de rechter gekomen, de meest recente was die van een groepje Chinezen vorig jaar. Ook op St. Maarten zijn in het verleden mensen veroordeeld wegens uitbuiting van Indiase dienstmeisjes.

De Antilliaanse eilanden komen sinds vorig jaar niet meer voor op de internationale zwarte lijst van landen met een slechte reputatie op het gebied van mensenhandel.
Des te meer reden om goed uit te zoeken hoe dit verhaal van de Indische gemeenschap geplaatst kan worden.

Funda Müjde in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (5'54")

dinsdag 19 april 2011

Burgeroorlog op Curaçao?

Vorige week heeft een onbekende actiegroep een bord om de nek van het standbeeld van Peter Stuyvesant, (bij de gelijknamige school) gehangen met de tekst: mi tambe ta un yu'i Korsou (Ik ben ook een kind van Curaçao). De groep wilde met deze actie aangeven het niet eens te zijn met de manier waarop de huidige regering de naam van de school wil veranderen.

Dit weekend werd de tekst op het bord door onbekenden vervangen in: mi tambe a mata yu'i Korsou, hetgeen betekent: ik vermoord ook Curaçaoënaars. Betrokkenen signaleren met deze tegenactie een verharding van de tegenstellingen op het eiland.

Peter Stuyvesant staat in deze tegenactie symbool voor de koloniale overheersing van Nederland. Het standbeeld werd ontdaan van de Curaçaose vlag en Stuyvesant kreeg een zwarte zak over het hoofd.

Koloniale overheersing
Stuyvesant is onlosmakelijk verbonden met De West-Indische Compagnie (WIC), die Curaçao veroverde in 1634 op de Spanjaarden. De nederzetting die daarna kwam, moest dienst doen als overslag voor de handel. De koloniale overheersing begon dus als een overheersing een handelsmaatschappij op de toenmalige Indiaanse bevolking.
Peter Stuyvessant werd één van de eerste directeuren van deze nieuwe kolonie in 1643.

Pas toen de WIC failliet ging, in 1791 werd Curaçao een echte Nederlandse kolonie en dat blijft het tot 1954. Het eiland werd toen samengevoegd tot de Nederlandse Antillen. Vorig jaar werden de Antillen ontmanteld en ging Curaçao door als autonoom land binnen het Koninkrijk.

Tendens
Er is een tendens te bespeuren bij de huidige regering om te kiezen voor Curaçao ten faveure van dat wat des Nederlands is. Zeker de herinnering aan het koloniaal verleden dient uit het publieke leven te verdwijnen, en Peter Stuyvesant is daar volgens velen een goed voorbeeld van. Vandaar de naamsverandering van het Peter Stuyvesant College.

Overigens is er nog wel een weg te gaan, want Curaçao is doorspekt van Nederlandse symbolen en herinneringen. Een groot deel van onze straatnamen zijn personen uit de gezamenlijke Nederlandse en Curaçaose geschiedenis. Onze architectuur en ons nationaal erfgoed stamt voor een groot deel uit de koloniale tijd, onze wetgeving komt uit Nederland en ga zo maar door: Curaçao is onlosmakelijk verbonden met Nederland. Al was het maar omdat een zeer groot deel van de bevolking in Nederland woont.

Polarisatie
Politicus Helmin Wiels wil die band doorsnijden. Zijn partij, de Pueblo Soberano heeft zich altijd geprofileerd voor Curaçao en tegen Nederland.

De naamsverandering van het PSC is maar een kleine reflectie van de huidige polarisatie op Curaçao. De manier waarop deze regering, lees: Pueblo Soberano, de naamsverandering wil opleggen schiet bij velen in het verkeerde keelgat en toont volgens hen ondubbelzinnig aan dat Wiels en zijn kornuiten weinig ophebben met andersdenkenden.

Af te meten aan de discussies op Facebook, stevent Curaçao zelfs af op een burgeroorlog. Nou, is dat wellicht wat zwaar aangezet, maar het geeft wel aan hoe gevoelig de zaken worden ervaren.

Vooralsnog zien we nu alleen nog maar ludieke acties op straat en harde taal in Parlement en kranten. Maar dat Curaçao worstelt met zichzelf, zes maanden na de nieuwe autonomie, dat is wel duidelijk.

Anousha Nzume in gesprek met Dick Drayer (5'50")

woensdag 13 april 2011

Abortus op Curaçao breder geaccepteerd dan anticonceptie

Vrouwen op Curacao doen niet graag aan anticonceptie en laten desnoods abortus plegen. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat abortus eigenlijk helemaal geen taboe is op Curaçao, maar het gebruik van anticonceptie wel! En dat is opmerkelijk. Want abortus is bij wet verboden.

18 april promoveert Adriana Boersma op dit onderwerp in Groningen.

Volgens Boersma zien vrouwen abortus als riskante procedure, maar vinden het geen onbespreekbaar onderwerp. De meeste vrouwen lopen zelfs liever de kans op een abortus dan dat ze anticonceptie gebruiken. De reden daarvoor ligt volgens haar aan het gebrek aan kennis over dit onderwerp. Zo zijn er vrouwen die denken dat ze van de pil onvruchtbaar worden.

Veel abortussen
Adriana Boersma heeft een huisartsenpraktijk op de Breedestraat in Otrobanda en is één van de elf huisartsen (er zijn er 102 op het eiland) die op verzoek van de vrouw abortussen verricht. Het abortusgetal, dat staat voor het aantal zwangerschappen dat wordt afgebroken per 1000 vrouwen in de leeftijd van 15-45 jaar, is op Curaçao 38. Dit getal is vergelijkbaar met dat van Antilliaanse vrouwen in Nederland, waarvoor het abortusgetal 41 is. Voor alle vrouwen in Nederland samen geldt een abortusgetal van 8.6!

Op jaarbasis vinden er ongeveer 1300 abortussen plaats. Uit deze hoge cijfers zou geconcludeerd kunnen worden dat abortus gebruikt wordt als anticonceptiemiddel. Maar dat is volgens Boersma niet het geval.

Gebrekkige kennis
De huisarts stelt dat de meeste onbedoelde zwangerschappen ontstaan als gevolg van geen of inconsequent gebruik van betrouwbare, moderne anticonceptie. Dit is te wijten aan beperkte kennis en een cultureel bepaalde, negatieve houding over anti-conceptie.

Zo wordt op scholen slechte seksuele voorlichting gegeven en komen de kosten voor anticonceptie voor eigen rekening omdat deze niet worden vergoed door de ziektekostenverzekering op Curaçao.

Heilig huisje
Volgens Boersma is abortus ‘een heilig huisje dat zo langzamerhand maar eens opengebroken moet worden’. Volgens haar wordt er door vrouwen open gepraat over abortus. Artsen die abortussen uitvoeren worden sinds 1999 beschermd door een gedoogbeleid, dus is er goed zicht op de abortuspraktijk.

Er zijn desondanks nog wel kwalkzalvers actief en jaarlijks komen 14 vrouwen in het ziekenhuis terecht na een ondeskundige ingreep.

Conclusie
Legaliseren van abortus is dringend gewenst en voorlichting over seksualiteit en anticonceptie die aansluit bij de cultuur een absolute must. Want gebrek aan kennis over anticonceptie is de oorzaak van het hoge abortuscijfer. En als de pil ook gewoon in de verzekering zit, is anticonceptie bereikbaar voor alle vrouwen op Curaçao.

Funda Müjde van de NTR in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (5'49")

zaterdag 9 april 2011

'Curaçao' slaat in als een BOM

Nederlanders en Antillianen op Curacao leven langs elkaar heen. Dat is de boodschap van de documentaire-film “Curaçao”. Een film gemaakt door Sarah Vos en Sander Snoep, twee Nederlandse cineasten.

De film is op Curaçao ingeslagen als een BOM.

We leven met z'n allen langs elkaar heen en dat wordt pijnlijk duidelijk in de documentaire.

Luna Blou, het theater dat de film ‘on stage’ vertoond, heeft er nog maar wat avonden aangeplakt om alle belangstellenden gelegenheid te kunnen geven de film te zien.

Sarah en Sander duiken onder in de Nederlandse witte gemeenschap hier op Curacao (Europese Nederlanders). Deze groep, althans zoals die in de film getoond wordt lijkt weinig op te hebben met het eiland.

Wat je ziet is een Benidorm-achtige jetset, die elkaar ontmoet op feestjes, vulgair lollig en rascisitisch is en tijdens een balletje golf ongenuanceerd hun mening geeft over het eiland en de Antillianen.

Er is gekozen om vooral de wat oudere witte Nederlander te laten zien. De Nederlander die niet meer hoeft te werken, geld heeft dus, echt geld en die zijn oude dag in ledigheid vervult – zou mijn vader zeggen! Daarnaast worden er Nederlanders gefilmd, die de baas ergens van zijn: managers of trainers.

De zwarte Curaçaoënaar is in loondienst, niet de baas, over het algmeeen laaggeschoold of arm. Dat levert voorspelbare contrasten op, maar soms ook wel verrassende indrukken.

Zo wordt aan een werknemer van Albert Hein gevraagd - tijdens zijn beöordelingsgesprek – wat hij zou willen doen binnen het bedrijf als hij zelf mocht kiezen.
Het blijft dan angstig stil.
Tegen je baas zeggen dat je meer ambitie hebt is in Nederland misschien gewoon, hier kan dat uitgelegd worden als brutaal en onbeschoft. En dus blijf het stil.

De Nederlanders komen er in de film niet goed van af. Ze blijken nauwelijks idee blijken te hebben van hun eigen aandeel in de geschiedenis op het eiland.
Een verkoper van een projectontwikkelingskantoor weet zelfs te melden dat het stuk grond bij Rif Marie geen historie heeft. Ai, hij staat midden op een stuk grond waar twee eeuwen geleden een plantage heeft gestaan, waar slaven het leven lieten in dienst van hun witte baas. Pijnlijk.

Ook de zwarte Curaçaoënaar komt er slecht van af. Volgzame, timide mensen, die geen initiatief nemen. En als ze in 'hun eigen omgeving' zijn, vieren ze feest, drinken en spelen domino.

Maar het beeld dat de makers neerzetten is vooral voor witte Nederlanders confronterend. Hij wordt als 'dader' neergezet naast het zwarte 'slachtoffer' en krijgt daardoor automatisch minder of geen sympathie.

De reacties laten zich raden: van heel goed, gedurft, taboedoorbrekend tot rascistisch, manipulerend en ongenuanceerd. De kranten hebben volgestaan met reacties. Over het algemeen negatief.

De makers hebben de film helaas niet ondertiteld in het Papiaments. Wellicht dat de film dan meer sympathie krijgt. Curaçaoënaars die het Nederlands niet machtig zijn, hebben waarschijnlijk ook niet veel contact met Nederlanders. Zeker niet met de groep die in de film een hoofdrol speelt.

De film is sinds deze week te zien in Theater Rialto in Amsterdam. Elke avond om 19:15 uur.

Anousha Nzume in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (4'59").

dinsdag 5 april 2011

Nafta en je neus: onmogelijke combinatie

De lucht op Curaçao is werkelijk niet te harden. Een penetrante petroleum/benzine lucht, die zelfs de meeste verstopte neuzen weg doet jagen en vult de toch al vervuilde lucht ten westen van de raffinaderij.

Het gaat hier om een naftalekkage uit één of meer leidingen op het Isla-terrein. Sinds zondag stroomt daar nafta weg en niemand kan ons vertellen hoeveel en in welke concentratie. En hoe schadelijk deze naftalekkage is.

Volgens Arjan Linthorst, scheikundige bij de stichting Schoon Milieu Op Curacao is nafta een koolwaterstof, die uiterst brandbaar is en wordt gebruikt om bijvoorbeeld aanstekers te vullen of om plastic te maken. De stof wordt gewonnen uit aardolie en bevat stoffen als benzeen en benzoapyrene. Deze stoffen zijn kankerverwekkend en in zeer hoge concentraties zelfs dodelijk.

Het is niet voor het eerst dat er melding wordt gemaakt van stankoverlast bij de raffinaderij. Dagelijks stoot de isla grote hoeveelheden zwaveldioxide en andere rotzooi uit, wat gepaard gaat met een penetrante rotte eierlucht.
Enkele weken geleden sloten verschillende scholen meerdere malen noodgedwongen de deuren omdat leerlingen en leerkrachten onwel werden door die stank.

Een rapport met metingen en de oorzaak achter de stankoverlast van vorige week zou door de Milieudienst deze maandag gepubliceerd worden. Tot op de dag van vandaag is het rapport niet beschikbaar. Net zo min als een officiële reactie van de overheid.
De Milieudienst stelt nu dat ze de equipment niet hebben om nafta te meten.

Op faceboek verscheen er gisteren een panoramafoto van Tripoli-by-night, en een foto van Willemstad bij nacht. Zelfde tijdstip genomen. Ik kan je verzekeren dat de hoofdstad van Libië er vrediger bij ligt dan de vuurspuwende raffinaderij op ons mooie eiland......

Eigenlijk weet niemand meer hoe het verder moet. We zitten hier opgescheept met een overheid en een oppositie die het probleem niet aan wil pakken. Rechterlijke vonnissen die niet uitgevoerd worden en ga zo maar door.

De roep vanuit de milieubeweging is om in te grijpen. Nederland zou haar waarborgfunctie moeten gebruiken om de Curaçaose-overheid tot de orde te manen, maar de kans daarop is klein.
Nederland heeft Curacao namelijk nodig om haar relatie met Venezuela goed te houden en het lijkt of de raffinaderij, gerund door Chavéz, als wisselgeld daarvoor gebruikt wordt.

SMOC heeft vandaag beroep aangetekend tegen een besluit van de overheid om niet op te treden en morgen heeft de milieubeweging een gesprek met minister Donner.
Maar veel zal het niet helpen. Daarvoor zijn de belangen te groot en de slachtoffers onder de rook van de Isla te arm.

De raffinaderij spuwt dagelijks zwarte bladzijden geschiedenis over Curaçao en het einde is – helaas - nog lang niet in zicht.

Fouad Sidali in gesprek met Dick Drayer (5'34")

maandag 4 april 2011

Endemol zoekt geld voor telenovelle op Curaçao

De productiemaatschappij van Joop van den Ende en John de Mol zoekt geld voor de financiering van een nieuwe telenovelle op Curaçao. De mediagigant heeft al enige ervaring met series op Curaçao, zoals 'Bon bini Beach' en de 'Erfenis'.

De Endemolproducente destijds, Annemieke van Vliet opperde samen met anderen het idee om niet een soap, maar een echte telenovelle op te nemen op Curaçao.
Telenovelle’s zijn waanzinnig populair aan deze kant van de oceaan.

En komen vooral uit Brazilie en Mexico. Het woord komt van het Spaanse en Portugese Telenovela en betekent 'soapserie'. Toch is er een belangrijk verschil met de Nederlandse soapseries, want telenovelles hebben een einde. De verschillende verhaallijnen leiden tot een plot en dan is het afgelopen. Soapseries daarentegen kunnen jaren doorgaan.

Aanvankelijk wilde Endemol een Nederlandstalige telenovelle maken, en men wilde daar heel graag een andere kant laten zien van Curaçao. Dus geen zon, zee en strand en Nederlandse witte toeristen, maar gewoon mensen van het eiland zelf met hun eigen verhaal.

Men kwam er toen al gauw achter dat die serie dan in onze landstaal zou moeten worden gemaakt: het Papiaments. Omdat Endemol ook al contacten onderhield met de overheid hier om lokaal mensen op te leiden, was het een kleine stap om deze telenovelle helemaal te maken met een Curaçaose crew en Curaçaose acteurs. De enige acteur uit Nederland is de welbekende Lieke van Lexmond.

De telenovelle gaat ‘Ki bo ke men?’ heten (wat bedoel je?) en als alles goed gaat, wordt er in december aanstaande gedraaid.

Normaal gesproken maakt een producent een proefaflevering en gebruikt die om de serie aan tv-zenders te verkopen. Hier gaat het net iets anders, want wij hebben geen vermogende TV-zenders op het eiland en dus heeft Endemol een trailer en de eerste tien minuten gemaakt om daarmee geldschieters te interesseren voor het maken van deze serie. Gisteren was de ’première’ van deze trailer. En het publiek was enthousiast.

Het verhaal van de telenovelle draait om zeven jongeren uit één klas, van verschillende culturen die lief en leed met elkaar delen. Klassieke thema's, zoals liefde, vriendschap, zwangerschap en criminaliteit vormen de kern van deze serie.

De serie zal in Nederland ook worden aangeboden. En dat zou een unicum zijn. Een Papiamentstalige serie die professioneel in elkaar zit, gesteund door de grootste soapproducent in Nederland. Vergeet niet dat er in Nederland zo’n 120.000 papiamentstaligen wonen, en die gaan allemaal kijken!

Een van de bekendstre geldschieters is overigens Gregory Elias, de man die Curacao gepromoot heeft bij de voetbalclub NEC en de man ook die achter het Curacao North Sea Jazz festival zit.

Bibi Fadlalla in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (5'06")